La búsqueda del término afbreken ha obtenido 58 resultados
NL Neerlandés ES Español
afbreken (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys] cancelar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
afbreken (v) [koord] romperse (v) [koord]
afbreken (v) [onderhandeling] romperse (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] romperse (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] romperse (v) [scheiden]
NL Neerlandés ES Español
afbreken (v) [telefoon] romperse (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] romperse (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] partirse (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] partirse (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] partirse (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] partirse (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] partirse (v) [voorwerpen]
afbreken (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys] detener (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
afbreken (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys] abortar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
afbreken (v) [gebouw] derribar (v) [gebouw]
afbreken (v) [voorwerpen] interrumpir (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [koord] cortarse (v) [koord]
afbreken (v) [take apart] desmantelar (v) [take apart]
afbreken (v) [gebouw] eliminar (v) [gebouw]
afbreken (v) [gebouw] arrasar (v) [gebouw]
afbreken (v) [gebouw] destruir (v) [gebouw]
afbreken (v) [kleineren] desacreditar (v) [kleineren]
afbreken (v) [gebouw] destruir completamente (v) [gebouw]
afbreken (v) [gebouw] demoler (v) [gebouw]
afbreken (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys] tronar (v n) [to halt a program by pressing a combination of keys]
afbreken (v) [kleineren] menospreciar (v) [kleineren]
afbreken (v) [kleineren] despreciar (v) [kleineren]
afbreken (v) [linguïstiek] escribir con guión (v) [linguïstiek]
afbreken (v) [chemie] descomponer (v) [chemie]
afbreken (v) [onderhandeling] terminar (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] romper (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] romper (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] romper (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] romper (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] desprender (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] desprender (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] desprender (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] desprender (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] desprender (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] suspender (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] suspender (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] suspender (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] suspender (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] suspender (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] romper (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] terminar (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] terminar (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] terminar (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] terminar (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] cortar (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] cortar (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] cortar (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] cortar (v) [telefoon]
afbreken (v) [voorwerpen] cortar (v) [voorwerpen]
afbreken (v) [onderhandeling] interrumpir (v) [onderhandeling]
afbreken (v) [relatie] interrumpir (v) [relatie]
afbreken (v) [scheiden] interrumpir (v) [scheiden]
afbreken (v) [telefoon] interrumpir (v) [telefoon]

'Traducciones del Neerlandés al Español