Woxikon / Diccionario / Español Neerlandés / B / binden

ES NL Traducciones del Español al Neerlandés de binden

La búsqueda del término binden ha obtenido 32 resultados
Ir a Neerlandés » Español
NL Neerlandés ES Español
binden (v) [vloeistof] anudar (v) [vloeistof]
binden (n v) [to restrict something with a tether] acordonar (n v) [to restrict something with a tether]
binden (v) [familie] unir (v) [familie]
binden (v) [bijeenbinden] unir (v) [bijeenbinden]
binden (v) [boeken] encuadernar (v) [boeken]
NL Neerlandés ES Español
binden (v) [vloeistof] liar (v) [vloeistof]
binden (v) [koord] liar (v) [koord]
binden (v) [familie] liar (v) [familie]
binden (v) [bijeenbinden] liar (v) [bijeenbinden]
binden (v) [belofte] liar (v) [belofte]
binden (v) [vloeistof] ligar (v) [vloeistof]
binden (n v) [to attach or fasten with string] ligar (n v) [to attach or fasten with string]
binden (v) [koord] ligar (v) [koord]
binden (v) [familie] ligar (v) [familie]
binden (v) [bijeenbinden] ligar (v) [bijeenbinden]
binden (v) [belofte] ligar (v) [belofte]
binden (v) [belofte] espesar (v) [belofte]
binden (v) [koord] anudar (v) [koord]
binden (v) [bijeenbinden] anudar (v) [bijeenbinden]
binden (v) [belofte] anudar (v) [belofte]
binden (v) [vloeistof] atar (v) [vloeistof]
binden (n v) [to attach or fasten with string] atar (n v) [to attach or fasten with string]
binden (v) [koord] atar (v) [koord]
binden (v) [familie] atar (v) [familie]
binden (v) [bijeenbinden] atar (v) [bijeenbinden]
binden (v) [belofte] atar (v) [belofte]
binden (n v) [''transitive'' connect] atar (n v) [''transitive'' connect]
binden (n v) [to restrict something with a tether] amarrar (n v) [to restrict something with a tether]
binden (n v) [to attach or fasten with string] amarrar (n v) [to attach or fasten with string]
binden (v) [vloeistof] espesar (v) [vloeistof]
binden (v) [koord] espesar (v) [koord]
binden (v) [bijeenbinden] espesar (v) [bijeenbinden]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de binden ES Traducciones
hechten [binden] sy
vastbinden [bevestigen] fästa
vastknopen [bevestigen] binda
kluisteren [boeien] sätta bojor på
verbinden [vastleggen] n förbinda
verplichten [vastleggen] betvinga