La búsqueda del término kleinigheid ha obtenido 12 resultados
NL Neerlandés ES Español
kleinigheid (n v) [something considered trivial enough to ignore] {f} detalle (n v) {m} [something considered trivial enough to ignore]
kleinigheid (n v) [something small enough to escape casual notice] {f} detalle (n v) {m} [something small enough to escape casual notice]
kleinigheid (n v) [uncountable: a profusion of details] {f} detalle (n v) {m} [uncountable: a profusion of details]
kleinigheid (n) [aangelegenheid] {f} nada (n) {f} [aangelegenheid]
kleinigheid (n) [bedrag] {f} nada (n) {f} [bedrag]
NL Neerlandés ES Español
kleinigheid (n) [aangelegenheid] {f} bagatela (n) {f} [aangelegenheid]
kleinigheid (n) [bedrag] {f} bagatela (n) {f} [bedrag]
kleinigheid (n) [trifle] {f} bagatela (n) {f} [trifle]
kleinigheid (n) [aangelegenheid] {f} pequeñez (n) {f} [aangelegenheid]
kleinigheid (n) [bedrag] {f} pequeñez (n) {f} [bedrag]
kleinigheid (n) [aangelegenheid] {f} fruslería (n) {f} [aangelegenheid]
kleinigheid (n) [bedrag] {f} fruslería (n) {f} [bedrag]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de kleinigheid ES Traducciones
prik [fooi] m läskedryck (u)
presentje [attentie] skänk (u)
bijzonderheid [detail] f särdrag {n}
finesse [detail] f raffinemang {n}
onderdeel [detail] n komponent (u)
attentie [aardigheidje] f beaktande {n}
detail [bagatel] n oväsentlig
fooi [grijpstuiver] m dricks (u)
makkie [gesneden koek] barnlek
kinderspel [gesneden koek] barnlek
prul [frutsel] n skräp {n}
versiersel [frutsel] n ornament {n}
bagatel [bijzaak] (m/f/n struntsak (u)