La búsqueda del término leven ha obtenido 14 resultados
NL Neerlandés ES Español
leven (n) [algemeen] {n} existencia (n) {f} [algemeen]
leven (n) [zijn] {n} existencia (n) {f} [zijn]
leven (v) [persoon] {n} habitar (v) [persoon]
leven (v) [verblijfplaats] {n} habitar (v) [verblijfplaats]
leven {n} vivir
leven (v) [persoon] {n} vivir (v) [persoon]
leven (v) [verblijfplaats] {n} vivir (v) [verblijfplaats]
leven (v) [persoon] {n} residir (v) [persoon]
leven (v) [verblijfplaats] {n} residir (v) [verblijfplaats]
leven (v) [persoon] {n} estar vivo (v) [persoon]
leven (v) [verblijfplaats] {n} estar vivo (v) [verblijfplaats]
leven (n) [algemeen] {n} vida (n) {f} [algemeen]
leven (n) [zijn] {n} vida (n) {f} [zijn]
leven {n} vida {f}

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de leven ES Traducciones
geweld [geraas] n violencia {f}
lawaai [geraas] n barullo {m}
spektakel [drukte] n exposición {f}
geraas [gedruis] n estruendo {m}
getier [gedruis] n invectiva {f}
heibel [gedruis] m jaleo {m}
herrie [gedruis] m tumulto {m}
kabaal [gedruis] n barullo {m}
tamtam [gedruis] m propaganda estrepitosa {f}
zijn [bestaan] n hacer
bezieling [bedrijvigheid] f vehemencia {f}
levensloop [doen en laten] hoja de vida (n)
levenswijze [doen en laten] m estilo de vida {m}