La búsqueda del término losmaken ha obtenido 37 resultados
NL Neerlandés ES Español
losmaken (v) [to free from fastening or from restraint] soltar (v) [to free from fastening or from restraint]
losmaken (v) [kleding] desabrochar (v) [kleding]
losmaken (v) [knoop] desabrochar (v) [knoop]
losmaken (v) [kleding] desabotonar (v) [kleding]
losmaken (v) [knoop] desabotonar (v) [knoop]
NL Neerlandés ES Español
losmaken (v) [bevrijden] aflojar (v) [bevrijden]
losmaken (v) [gevangene] aflojar (v) [gevangene]
losmaken (v) [kleding] aflojar (v) [kleding]
losmaken (v) [knoop] aflojar (v) [knoop]
losmaken (v) [knoop] soltar (v) [knoop]
losmaken (v) [gevangene] desabrochar (v) [gevangene]
losmaken (v) [pak] desenvolver (v) [pak]
losmaken (v) [bevrijden] desenredar (v) [bevrijden]
losmaken (v) [gevangene] desenredar (v) [gevangene]
losmaken (v) [kleding] desenredar (v) [kleding]
losmaken (v) [bevrijden] liberar (v) [bevrijden]
losmaken (v) [gevangene] liberar (v) [gevangene]
losmaken (v) [kleding] liberar (v) [kleding]
losmaken (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] desligar (v) [to loosen, as something interlaced or knotted]
losmaken (v) [knoop] desatar (v) [knoop]
losmaken (v) [algemeen] separarse (v) [algemeen]
losmaken (v) [algemeen] desprenderse (v) [algemeen]
losmaken (v) [algemeen] retirarse (v) [algemeen]
losmaken (v) [algemeen] separar (v) [algemeen]
losmaken (v) [algemeen] desatar (v) [algemeen]
losmaken (v) [bevrijden] desatar (v) [bevrijden]
losmaken (v) [gevangene] desatar (v) [gevangene]
losmaken (v) [kleding] desatar (v) [kleding]
losmaken (v) [algemeen] irse (v) [algemeen]
losmaken (v) [pak] desatar (v) [pak]
losmaken (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] desatar (v) [to loosen, as something interlaced or knotted]
losmaken (v) [to unfasten] desatar (v) [to unfasten]
losmaken (v) [algemeen] desamarrar (v) [algemeen]
losmaken (v) [gevangene] desamarrar (v) [gevangene]
losmaken (v) [knoop] desamarrar (v) [knoop]
losmaken (v) [to loosen, as something interlaced or knotted] desamarrar (v) [to loosen, as something interlaced or knotted]
losmaken (v) [bevrijden] desabrochar (v) [bevrijden]

'Traducciones del Neerlandés al Español