|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
oprapen
(v)
[objetos]
- opgeraapt
- raapt op
- rapen op
- raapten op
- raapte op
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
oppakken
(v)
[objetos]
- opgepakt
- pakt op
- pakken op
- pakte op
- pakten op
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
optillen
(v)
[objetos]
- opgetild
- tillen op
- tilt op
- tilde op
- tilden op
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
tillen
(v)
[objetos]
- getild
- tilt
- tillen
- tilden
- tilde
|
|
|
recoger
(v n)
[to gather together]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
verzamelen
(v n)
[to gather together]
- verzameld
- verzamelt
- verzamelen
- verzamelde
- verzamelden
|
|
|
recoger
(n v)
[to remove]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
afborstelen
(n v)
[to remove]
- afgeborsteld
- borstelt af
- borstelen af
- borstelden af
- borstelde af
|
|
|
recoger
(v n)
[to gather together]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
opstapelen
(v n)
[to gather together]
- opgestapeld
- stapelt op
- stapelen op
- stapelde op
- stapelden op
|
|
|
recoger
(v)
[acción]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
opscheppen
(v)
{n}
[acción]
- opgeschept
- scheppen op
- schept op
- schepten op
- schepte op
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
opheffen
(v)
{n}
[objetos]
- opgeheven
- heft op
- heffen op
- hieven op
- hief op
|
|
|
recoger
(v)
[persona]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
afhalen
(v)
[persona]
- afgehaald
- haalt af
- halen af
- haalden af
- haalde af
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
afhalen
(v)
[objetos]
- afgehaald
- haalt af
- halen af
- haalden af
- haalde af
|
|
|
recoger
(v)
[persona]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
ophalen
(v)
[persona]
- opgehaald
- halen op
- haalt op
- haalde op
- haalden op
|
|
|
recoger
(v)
[objetos]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
ophalen
(v)
[objetos]
- opgehaald
- halen op
- haalt op
- haalde op
- haalden op
|
|
|
recoger
(v)
[automóviles]
- recogido
- recoges
- recogen
- hubiste recogido
- hubieron recogido
|
|
meenemen
(v)
[automóviles]
- meegenomen
- neemt mee
- nemen mee
- namen mee
- nam mee
|
|