La búsqueda del término teweegbrengen ha obtenido 46 resultados
NL Neerlandés ES Español
teweegbrengen (v) [reactie] desatar (v) [reactie]
teweegbrengen (v) [resultaat] ocasionar (v) [resultaat]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] ocasionar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] producir (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] producir (v) [ramp]
NL Neerlandés ES Español
teweegbrengen (v) [veroorzaken] producir (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] inducir (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] inducir (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] inducir (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] desencadenar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] desencadenar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] desencadenar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [ramp] ocasionar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [resultaat] realizar (v) [resultaat]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] realizar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] crear (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] crear (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] crear (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] originar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] originar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] originar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [resultaat] efectuar (v) [resultaat]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] efectuar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] instigar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] hacer estallar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] hacer estallar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [To cause to take place] traer (v) [To cause to take place]
teweegbrengen (v) [To draw out, bring out.] obtener (v) [To draw out, bring out.]
teweegbrengen (v) [To draw out, bring out.] sonsacar (v) [To draw out, bring out.] (informal)
teweegbrengen (v) [To cause to take place] provocar (v) [To cause to take place]
teweegbrengen (v) [opstand] provocar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] provocar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [reactie] provocar (v) [reactie]
teweegbrengen (v) [resultaat] provocar (v) [resultaat]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] provocar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] hacer estallar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] instigar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] instigar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] incitar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] incitar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] incitar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] causar (v) [opstand]
teweegbrengen (v) [ramp] causar (v) [ramp]
teweegbrengen (v) [resultaat] causar (v) [resultaat]
teweegbrengen (v) [veroorzaken] causar (v) [veroorzaken]
teweegbrengen (v) [opstand] ocasionar (v) [opstand]

'Traducciones del Neerlandés al Español