La búsqueda del término autoriteit ha obtenido 17 resultados
NL Neerlandés ES Español
autoriteit (n) [macht] {f} autoridad (n) {f} [macht]
autoriteit (n) [vrouw] {f} perita (n) {f} [vrouw]
autoriteit (n) [vrouw] {f} conocedora (n) {f} [vrouw]
autoriteit (n) [man] {f} conocedor (n) {m} [man]
autoriteit (n) [man] {f} perito (n) {m} [man]
NL Neerlandés ES Español
autoriteit (n) [man] {f} entendido (n) {m} [man]
autoriteit (n) [vrouw] {f} autoridad (n) {f} [vrouw]
autoriteit (n) [politiek] {f} autoridad (n) {f} [politiek]
autoriteit (n) [man] {f} autoridad (n) {f} [man]
autoriteit (n) [macht] {f} experto (n) {m} [macht]
autoriteit (n) [vrouw] {f} experta (n) {f} [vrouw]
autoriteit (n) [politiek] {f} experta (n) {f} [politiek]
autoriteit (n) [man] {f} experta (n) {f} [man]
autoriteit (n) [macht] {f} experta (n) {f} [macht]
autoriteit (n) [vrouw] {f} experto (n) {m} [vrouw]
autoriteit (n) [politiek] {f} experto (n) {m} [politiek]
autoriteit (n) [man] {f} experto (n) {m} [man]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de autoriteit ES Traducciones
invloed [gezag] m poder {m}
macht [gezag] m agencia {f}
overwicht [gezag] n supremacía {f}
zeggenschap [gezag] n poder de decisión {m}
expert [deskundige] m experto {m}