La búsqueda del término belasteren ha obtenido 48 resultados
NL Neerlandés ES Español
belasteren (v) [persoon] blasfemar (v) [persoon]
belasteren (v) [persoon] ensuciar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] ensuciar (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] arruinar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] arruinar (v) [reputatie]
NL Neerlandés ES Español
belasteren (v) [persoon] mancillar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] mancillar (v) [reputatie]
belasteren (v) [algemeen] desacreditar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] desacreditar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] desacreditar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] blasfemar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] blasfemar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [reputatie] manchar (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] desprestigiar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] desprestigiar (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] mancharse (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] mancharse (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] ensuciarse (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] ensuciarse (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] macular (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] macular (v) [reputatie]
belasteren (v) [algemeen] deshonrar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] deshonrar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] deshonrar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] hablar mal de (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] ofender (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] ofender (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] difamar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] difamar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] difamar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] denigrar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] denigrar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] denigrar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] calumniar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] calumniar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] calumniar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] ofender (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] hablar mal de (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] hablar mal de (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] injuriar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] injuriar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] injuriar (v) [persoon]
belasteren (v) [algemeen] humillar (v) [algemeen]
belasteren (v) [blasfemeren] humillar (v) [blasfemeren]
belasteren (v) [persoon] humillar (v) [persoon]
belasteren (v) [persoon] afectar (v) [persoon]
belasteren (v) [reputatie] afectar (v) [reputatie]
belasteren (v) [persoon] manchar (v) [persoon]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de belasteren ES Traducciones
besmeren [aantasten] borrar
besmeuren [aantasten] n sujar
bevlekken [aantasten] n borrar
bevuilen [aantasten] sujar
bekladden [aantasten] n borrar
aantasten [bekladden] erodir