La búsqueda del término Gerecht van eerste aanleg ha obtenido uno resultado
Ir a

NL ES Traducciones de gerecht

gerecht (n) [rechten] {n} corte (n) {m} [rechten]
gerecht (n) [rechten - mensen] {n} corte (n) {m} [rechten - mensen]
gerecht (n) [rechten] {n} juzgado (n) {m} [rechten]
gerecht (n) [rechten - mensen] {n} juzgado (n) {m} [rechten - mensen]
gerecht (n v) [specific type of food] {n} platillo (n v) {m} [specific type of food]
gerecht (n) [rechten] {n} tribunal (n) {m} [rechten]
gerecht (n) [rechten - mensen] {n} tribunal (n) {m} [rechten - mensen]
gerecht (n v) [contents of such a vessel] {n} plato (n v) {m} [contents of such a vessel]
gerecht (n v) [part of a meal] {n} plato (n v) {m} [part of a meal]
gerecht (n v) [specific type of food] {n} plato (n v) {m} [specific type of food]

NL ES Traducciones de van

van (v prep) [be the property of] a (v prep) [be the property of]
van (o) [algemeen] por (o) [algemeen]
van (o) [bezit] por (o) [bezit]
van (o) [boeken] por (o) [boeken]
van (o) [oorsprong] por (o) [oorsprong]
van (o) [plaats] por (o) [plaats]
van (o) [tijd] por (o) [tijd]
van de
van (o) [algemeen] de (o) [algemeen]
van (o) [bezit] de (o) [bezit]

NL ES Traducciones de eerste

eerste (o) [mogelijkheid] primero (o) {m} [mogelijkheid]
eerste (adj adv n) [person or thing in the first position] primero (adj adv n) {m} [person or thing in the first position]
eerste (a) [rangtelwoord] primero (a) {m} [rangtelwoord]
eerste (o) [rangtelwoord] primero (o) {m} [rangtelwoord]
eerste (adj adv n) [person or thing in the first position] primo (adj adv n) {m} [person or thing in the first position]

NL ES Traducciones de aanleg

aanleg (n) [algemeen] {m} inclinación (n) {f} [algemeen]
aanleg (adj n) [inclination or talent] {m} inclinación (adj n) {f} [inclination or talent]
aanleg (n) [algemeen] {m} tendencia (n) {f} [algemeen]
aanleg (n) [algemeen] {m} predisposición (n) {f} [algemeen]
aanleg (adj n) [predisposition] {m} predisposición (adj n) {f} [predisposition]
aanleg (n) [bekwaamheid] {m} disposición (n) {f} [bekwaamheid]
aanleg (n) [beroep] {m} disposición (n) {f} [beroep]
aanleg (n) [talent] {m} disposición (n) {f} [talent]
aanleg (n) [bekwaamheid] {m} don (n) {m} [bekwaamheid]
aanleg (n) [beroep] {m} don (n) {m} [beroep]