La búsqueda del término uitspreiden ha obtenido 12 resultados
NL Neerlandés ES Español
uitspreiden (v) [ten toon spreiden] tender (v) [ten toon spreiden]
uitspreiden (v) [vleugels] tender (v) [vleugels]
uitspreiden (v) [voorwerp] tender (v) [voorwerp]
uitspreiden (v) [ten toon spreiden] desplegar (v) [ten toon spreiden]
uitspreiden (v) [vleugels] desplegar (v) [vleugels]
NL Neerlandés ES Español
uitspreiden (v) [voorwerp] desplegar (v) [voorwerp]
uitspreiden (v) [algemeen] extender (v) [algemeen]
uitspreiden (v) [ten toon spreiden] extender (v) [ten toon spreiden]
uitspreiden (v) [vleugels] extender (v) [vleugels]
uitspreiden (v) [voorwerp] extender (v) [voorwerp]
uitspreiden (v) [verspreiden] esparcir (v) [verspreiden]
uitspreiden (v) [verspreiden] difundir (v) [verspreiden]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de uitspreiden ES Traducciones
uitleggen [uitspreiden] erläutern
openzetten [uitzetten] expandieren
uitzetten [openzetten] ausliefern