La búsqueda del término viaje en barco ha obtenido uno resultado
Ir a
ES Español NL Neerlandés
viaje en barco (n) [náutico] {m} zeiltocht (n) {m} [náutico]

ES NL Traducciones de viaje

viaje (n) [viajar] {m} excursie (n) {f} [viajar]
viaje (n) [viajar] {m} uitstapje (n) {n} [viajar]
viaje (n) [drogas] {m} trip (n) {m} [drogas]
viaje (n) [viajar] {m} trip (n) {m} [viajar]
viaje (n) [viajar] {m} reisje (n) {n} [viajar]
viaje (n) [viajar] {m} uitje (n) {n} [viajar]
viaje (n) [automóviles] {m} ritje (n) {n} [automóviles]
viaje (n) [automóviles] {m} rit (n) {m} [automóviles]
viaje (n v adj) [a journey] {m} tocht (n v adj) {m} [a journey]
viaje (n) [viajar] {m} tocht (n) {m} [viajar]

ES NL Traducciones de en

en (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] tegenwijzerzin (adv) [anticlockwise, counter-clockwise] (adv)
en (o) [preposición] bij (o) {m} [preposición]
en (o) [proximidad] bij (o) {m} [proximidad]
en op
en (prep adv) [being directly supported by another] op (prep adv) [being directly supported by another]
en (o) [preposición] op (o) [preposición]
en (o) [proximidad] op (o) [proximidad]
en (adj adv) [on fire] in vuur en vlam (adj adv) [on fire]
en (o) [preposición] aan (o) [preposición]
en (o) [proximidad] aan (o) [proximidad]

ES NL Traducciones de barco

barco {m} boot {m}
barco (n) [craft] {m} vaartuig (n) {n} [craft]
barco (n) [náutico] {m} vaartuig (n) {n} [náutico]
barco (n) [boat] {m} veerboot (n) {m} [boat]
barco (n v) [large water vessel] {m} schip (n v) {n} [large water vessel]
barco (n) [náutico] {m} schip (n) {n} [náutico]
barco {m} schip {n}