La búsqueda del término besparen ha obtenido 12 resultados
NL Neerlandés ES Español
besparen (v) [geld] ganar (v) [geld]
besparen (v) [moeilijkheden] ganar (v) [moeilijkheden]
besparen (v) [tijd] ganar (v) [tijd]
besparen (v) [geld] evitar (v) [geld]
besparen (v) [moeilijkheden] evitar (v) [moeilijkheden]
NL Neerlandés ES Español
besparen (v) [tijd] evitar (v) [tijd]
besparen (v) [geld] ahorrar (v) [geld]
besparen (v) [moeilijkheden] ahorrar (v) [moeilijkheden]
besparen (v) [tijd] ahorrar (v) [tijd]
besparen (v) [geld] economizar (v) [geld]
besparen (v) [moeilijkheden] economizar (v) [moeilijkheden]
besparen (v) [tijd] economizar (v) [tijd]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de besparen ES Traducciones
bezuinigen [beknibbelen] fazer economia
korten [beknibbelen] encurtar-se
uitsparen [beknibbelen] poupar
inhouden [beknibbelen] conter
inkrimpen [bezuinigen] cortar