La búsqueda del término versperren ha obtenido 12 resultados
NL Neerlandés ES Español
versperren (n v) [to prevent passing] impedir (n v) [to prevent passing]
versperren (v) [ingang] obstruir (v) [ingang]
versperren (v) [passage] obstruir (v) [passage]
versperren (n v) [to prevent passing] obstruir (n v) [to prevent passing]
versperren (v) [verkeer] obstruir (v) [verkeer]
NL Neerlandés ES Español
versperren (v) [passage] bloquear (v) [passage]
versperren (n v) [to prevent passing] bloquear (n v) [to prevent passing]
versperren (v) [verkeer] bloquear (v) [verkeer]
versperren (v) [ingang] atracar (v) [ingang]
versperren (v) [ingang] levantar barricadas (v) [ingang]
versperren (n v) [to prevent passing] atorar (n v) [to prevent passing]
versperren (n v prep) [to obstruct the passage of] barrar (n v prep) [to obstruct the passage of]

'Traducciones del Neerlandés al Español

NL Sinónimos de versperren ES Traducciones
afremmen [belemmeren] n desacelerar
afschermen [belemmeren] blindar
dwarsbomen [belemmeren] n contrariar
hinderen [belemmeren] n obstrucción {f}
remmen [belemmeren] n freno {m}
saboteren [belemmeren] sabotear
storen [belemmeren] molestar
tegenwerken [belemmeren] resistir
verhinderen [belemmeren] disuadir
afzetten [afsluiten] n amputar
barricaderen [afsluiten] obstruir
blokkeren [afsluiten] n atorar
afsnijden [afsnijden] cortar
afsluiten [blokkeren] terminar
belemmeren [blokkeren] n obstrucción {f}